CD Projekt Red heeft nóg een groepsvordering aan zijn broek

CD Projekt Red heeft het er maar druk mee. De dramatische launch van Cyberpunk 2077 die niemand ontgaan kan zijn, de groepsvordering van afgelopen december en developers die het oneens zijn met het management zijn maar een paar voorbeelden. Daar komt nu nog bovenop dat er nóg een groepsvordering is ingediend tegen CD Projekt Red. Wederom in Amerika. En dit keer niet in New York maar in Californië.

Gifbeker lijkt oneindig te zijn voor CD Projekt Red

In de !@#$% show van afgelopen december zeiden we al dat de gifbeker nog lang niet leeg was. Dat hadden we bij het juiste eind want bijna een maand na dato is die beker nog steeds niet leeg. Zelfs Socrates zou deze beker weigeren. Op de website van CD Projekt Red, in het investeerders onderdeel, heeft het bedrijf laten weten dat zij wederom voor de rechter worden gedaagd. Dit maal niet vanuit New York maar vanuit Californië dus. Het gaat wederom over investeerders die aandelen hadden gekocht. Die in minder dan een anderhalve maand tijd met +/- 44% zijn gezakt. Begrijpelijk dat de investeerders pissig zijn.

Onderwerp en omvang van groepsvordering zijn hetzelfde als in december

Zoals verwacht, en misschien wel juist door de groepsvordering in New York, is de omvang en het onderwerp hetzelfde. CD Projekt Red zou zijn investeerders hebben voorgelogen over de status van de game, de voortgang en hoe de game op de PS4 en Xbox One zou presteren. Het bericht komt een dag nadat Marcin Iwinski zijn excuus video online zette. Waarschijnlijk zou de video niet veel effect hebben gehad want het draait natuurlijk om de keiharde knaken die menig investeerder is kwijtgeraakt. En ondanks dat Cyberpunk 2077 op de PC goed draait, daar dan ook in al haar pracht te aanschouwen is, en een hele vette game is, gaat dit voor de investeerders waarschijnlijk niks meer uitmaken. De schade is gedaan, het enige wat CD Projekt Red nu nog kan doen is zich zo goed mogelijk verdedigen. Wat zij met alle macht zullen doen. Maar of dat nut gaat hebben blijft voorlopig de vraag.