Michel Guillemot stapt op als baas van Gameloft

Per 1 juni heeft de Franse media-multinational Vivendi S.A. voldoende belangen van mobile developer Gameloft aangeschaft om zich het eigenaar van deze studio te kunnen noemen. Het gevolg van deze ‘hostile takeover’ werd vandaag bekend: CEO Michel Guillemot stapt op als baas van Gameloft.

De geruchten gingen al enkele dagen; insiders claimden dat Guillemot zijn functie neer zou leggen om zich bij broer Yves te voegen in diens strijd tegen Vivendi; het bedrijf richt namelijk ook al enige tijd zijn pijlen op Ubisoft. Het plan is om nu Vivendi’s invloed in te dammen met behulp van financiële adviseurs, familiekapitaal en Canadese investeerders. Vivendi bezit momenteel een kleine 18% van de aandelen in Ubisoft en aast op plekken aan de bestuurstafel van het bedrijf. Hoe vijandig de overname ook, er zijn analytici die menen dat Ubisoft kan profiteren van Vivendi’s financiële input; met extra kapitaal kan de studio een diverser aanbod verzorgen, in plaats van vooral te vertrouwen op hits als Assassin’s Creed.

Michel Guillemot zal nog aanblijven als hoofd van Gameloft tot 29 juni, en is daar in een brief naar medewerkers kraakhelder over: “Tot aan de wisseling van management blijf ik met volle autoriteit voorzitter en CEO van Gameloft. NIemand anders heeft het recht jullie instructies te geven! Na de wisseling zal ik niet meer in het bedrijf zijn. Een nieuw management met een nieuwe strategie zal het hebben overgenomen.”

Ook bereidt Guillemot zijn aanstaande ex-medewerkers voor op de aanzienlijke veranderingen die gaan komen. De creatieve strategieën van Vivendi en Gameloft zullen namelijk vanaf nu gaan samensmelten, evenals de bijbehorende distributienetwerken. Hij ziet zichzelf echter niet in de positie om dit als positief of negatief te bestempelen.

Het lijkt erop dat de gebroeders Guillemot vanaf nu alles in het werk gaan stellen om Ubisoft te behoeden voor overname door Vivendi. Zodra het nieuwe hoofdstuk in deze zaak aanbreekt, lees je dat uiteraard hier!

Bron: Gameinformer / Arstechnica